Waardig herdenken in Terneuzen

31 augustus 2016
Deel dit bericht:

Als historicus lees ik graag boeken en bezoek ik regelmatig een archief. Na jaren werken bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, maakte ik anderhalf jaar geleden de overstap naar het Veteraneninstituut. Het grote verschil is dat ik nu in mijn werk meer met mensen te maken heb. Op vrijdag 26 augustus mocht ik bijvoorbeeld in Terneuzen het Veteraneninstituut vertegenwoordigen tijdens de herdenking van de 35 in voormalig Nederlands-Indië omgekomen militairen afkomstig uit Zeeuws-Vlaanderen. Wat een bijzondere dag was dat!

Oost-Indië Monument 

Even voor twaalf uur rijd ik de Westerscheldetunnel uit en Terneuzen in. Aangekomen bij zorgcentrum Bachten Dieke loop ik met een beetje gezonde spanning de eetzaal in.

De gemoedelijke sfeer valt gelijk op.

Mevrouw Koos Schrier, secretaris van de Stichting Oost-Indië Monument Zeeuws-Vlaanderen ontvangt mij hartelijk en biedt mij vriendelijke een kopje soep en een broodje kroket aan. Ik kijk rond en zie de mensen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van deze dag.

Ze zijn allemaal te jong om zelf gediend te hebben in Nederlands-Indië en tóch zetten zíj zich belangeloos in voor veteranen.

Al 21 jaar organiseert de stichting met een groep enthousiaste vrijwilligers op de laatste vrijdag van augustus deze herdenking. Steevast beginnend met een dienst in de Goede Herderkerk en daarna de kranslegging bij het Indiëmonument.

Herdenkingsdienst

De dienst begint met veteranen die plechtig vaandels binnendragen. Voor een zaal vol met Indië en Nieuw-Guineaveteranen leidt voorzitter Evert-Jan Van de Kerkhove vervolgens de herdenkingsdienst. Ook bij hem zie ik de betrokkenheid bij de veteranen, ondanks het feit dat hij zelf geen militaire achtergrond of familiebanden met Indië heeft.

Na een toespraak  van de burgemeester van Hulst, Jan-Frans Mulder, en aalmoezenier majoor Liduina van den Broek is er een spreekster die in het bijzonder mijn aandacht trekt: Hilde Scheele, leerlinge van Stedelijke scholengemeenschap De Rede.

Ruim 70 jaar na de gebeurtenissen in Nederlands-Indië schetst een jong meisje het korte leven van KNIL-luitenant Hubert Burm.

Hij is waarschijnlijk om het leven gekomen als gevolg van de ontberingen die hij onderging toen hij gedwongen aan de Birmaspoorweg werkte. Ik vertel vervolgens over het verhaal achter de 35 omgekomen militairen. Wat weten we over hen? Waar zijn ze geboren? Wanneer? Waar dienden ze? Op deze manier krijgen de namen op het monument een gezicht.

Kranslegging

Na afloop van de herdenkingsdienst verplaatst het hele gezelschap zich naar het monument. Leerlingen van De Rede noemen de namen van de omgekomen militairen. Na elke naam leggen zij een bloem op het monument. Het is fijn om te zien dat ook de jeugd zich betrokken voelt.

Ontroerend is het moment waarop alle aanwezige veteranen voor het monument het Wilhelmus zingen, terwijl de Nederlandse vlag wordt gehesen.

Ook Vi-vrijwilligers Gerrit Vink en Wil Wiegerink zijn aanwezig. Van Gerrit, die nooit om een woordje verlegen zit, krijg ik na afloop een compliment:

Goed gedaan, jochie. En een interessante invalshoek.

Als Gerrit dat zegt, dan is het goed. Na afloop van de kranslegging is de ontlading. De veteranen drinken samen een biertje. Ook daar is ruimte voor.

Ik drink nog een kopje thee en begin aan de terugreis. Na ruim drie uur rijden ben ik weer thuis. Het was een bijzondere ervaring.

Wat is het mooi om te zien dat generaties later mensen nog steeds vol waardigheid blijven stilstaan bij hen die het allerhoogste offer brachten voor het vaderland.