Terugblik op D-day

5 juni 2019
Deel dit bericht:
Veteranen Meijer en Hissink aan het woord.

Vandaag, 75 jaar geleden, ging de geschiedenisboeken in als D-day. 6 juni 1944 was de dag die de bevrijding markeerde van het bezette West-Europa. De bevrijding startte met Operatie Overlord, de grootste amfibische invasie die we ooit gekend hebben. Wat misschien minder bekend is, is dat er ook Nederlanders deelnamen aan deze operatie. Veteranen Karel Meijer en André Hissink vertellen hierover.

Fotografie: NIMH

Op de dag van de landing in Normandië, waren er ook Nederlandse militairen betrokken bij de strijd. De meest bekende acties van hen zijn de beschietingen door de kanonneerboten Hr.Ms. Flores en de Hr.Ms. Soemba. Die hadden tijdens de landingen in het Middellandse Zeegebied de bijnaam terrible twins verworven. Tijdens Operatie Overlord wisten deze schepen met vele beschietingen de Duitse kustverdediging uit te schakelen. Ook de Mitchell bommenwerpers van het 321 (Dutch) Squadron RAF vlogen vele missies tijdens D-day. De tactische bommenwerpers voerden bombardementsvluchten uit om de landingstroepen direct te ondersteunen.

 

Karel Meijer was seiner bij de marine en voer op de Hr.MS Soemba. Hij was onder de indruk van de precisie waarmee de gigantische geallieerde vloot tijdens de invasie op 6 juni 1944 naar de Franse kust werd geleid. “De commandant van de Soemba zei na zonsopgang en het barre ‘vuurwerk’ (artillerie van de marineschepen op de Duitse kustverdediging)  in de nacht van 5 op 6 juni: “Seiners uitkijken naar vlag O, daar moeten we zijn.’ Wij moesten naar het district Sword. Dat was op een mijl afstand van de kust, bedekt met rijen boeien met seinvlaggen. We kwamen precies uit bij boei O. Anker erin en daar lagen we bij Arromanches. Het resultaat van het nachtelijke ‘vuurwerk’ was dat we niet door de Duitse batterijen werden beschoten.”

André Hissink was officier vlieger en zeewaarnemer en maakte D-day vanuit een ander perspectief mee, namelijk vanuit de lucht. Hij herinnert het zich nog als de dag van gisteren. “Het benauwde gevoel dat je kreeg als je naar de briefing ging en ze vertelden wat het doel was. We hadden een heilig respect voor de grote havens aan de kust van Frankrijk. Die werden zwaar bewaakt. Toen we de haven van Duinkerken moesten aanvallen, waren we met zes squadrons. Wij waren het vijfde squadron dat moest gaan. Terwijl wij hoog boven Engeland cirkelend op onze beurt wachtten, zagen we hoe de andere squadrons boven Frankrijk onder schot werden genomen. En dan zie je wolkjes die almaar zwarter werden. En dan denk je, God, daar moet ik heen. Dan zit je hem te knijpen hoor”.

De vliegers kregen hun doelwitten aangewezen door de leiding. De doelen waren voornamelijk communicatie-knooppunten.

 

 

Hissink: “Twee Engelse squadrons, twee Canadese, één Franse en één Nederlandse. Deze zes squadrons vlogen samen, elke keer. En dan op naar de verschillende doelen.”  Door de vernietiging van hun communicatienetwerk was het voor de Duitsers lange tijd onduidelijk wat er nu precies gebeurde. Hissink: “Uiteindelijk toen de Duitsers begonnen te begrijpen dat Normandië het doel was, was het te laat.”

Meijer beschoot met de Soemba uiteindelijk veertien dagen lang het Franse achterland. “Een geallieerd vliegtuig gaf via de radio de coördinaten door. Als we raak schoten, klonk vanuit het vliegtuig ‘well done’.” Ook zagen ze vanaf het schip de landingsvaartuigen troepen ophalen bij de transportschepen en in een spervuur ontschepen. “Dat was verschrikkelijk. Dat gebeurde voor onze ogen. Ze moesten door het water waden en dreven op de golven weg. We zagen ook boten voorbij komen met de eerste Duitse krijgsgevangenen. Een van onze jongens zong via de luidspreker pesterig het matrozenlied ‘Und wir fahren gegen Engeland.”

Geïnteresseerd in de verhalen van veteranen die hebben deelgenomen aan D-day? Die kunt u beluisteren in onze Interviewcollectie Nederlandse Veteranen. Luister bijvoorbeeld hier naar het interview met André Hissink.