Elkaar tot troost zijn

19 september 2017
Deel dit bericht:
Een gesprek over de Invictus Games met veteraan Rahmon en zijn ouders.

Over enkele dagen gaan in Toronto de Invictus Games van start. Een bijzonder moment voor de sporters, maar zeker ook voor hun thuisfront. Rahmon Zondervan doet voor de derde keer mee en benadrukt het belang hiervan. “Een militair die gewond raakt zet het thuisfront op z’n kop. Dankzij de steun van mijn familie ben ik hersteld van mijn verwondingen en heb ik het een goede plek kunnen geven.” Een gesprek met Rahmon en zijn ouders Dick en Grietje.

Het is 10 juli 2007 als een zelfmoordenaar zich opblaast op het marktplein van Deh Rawod. Acht Nederlanders raken gewond, waaronder Rahmon. Dick (63) en Grietje (65) Zondervan herinneren het zich nog als de dag van gisteren.

Dick: “Ik was op mijn werk toen ik gebeld werd door iemand van Defensie. Hij vertelde dat Rahmon gewond was geraakt aan zijn hoofd, armen en benen.”

Grietje: “Ze zeiden dat Rahmon binnen 24 uur naar ons kon bellen. Maar dat gebeurde niet. Die nacht hebben we echt lopen spoken door het huis. Wij dachten dat hij lag te vechten tegen de dood. Die misselijke aanslag zorgde ervoor dat wij door een hel gingen.”

Rahmon: “Toen ik uiteindelijk kon bellen, heb ik gezegd dat de verwondingen wel meevielen en dat ik al bijna weer de salsa kon dansen. Dat was natuurlijk niet zo, maar dat vertelde ik om mijn ouders gerust te stellen.”

300 hechtingen

Zondervan had een oogwond. Bijna zijn hele lichaam zat onder de scherf- en brandwonden. Hij had scherven, kogels en kleding in zijn wonden. Zijn trommelvliezen waren kapot. Zestig hechtingen in zijn oog en tweehonderdvijftig in de rest van zijn lijf. De andere gewonden mochten snel naar Nederland, maar Zondervan ging naar een oogspecialist op de Amerikaanse luchtbasis in Bagram en daarna naar een Amerikaanse basis in Duitsland.

Rahmon: “Daar kon ik voor het eerst weer iets eten. Doperwten met kip. Mijn lichaam was helemaal op, dus ik heb toen lopen peuzelen als een idioot. Maar toen lag ik weer in de kreukels, want het eten kostte te veel energie.”

Dick: “Ik ben samen met twee verpleegkundigen naar Duitsland gereden om Rahmon op te halen . Toen ik daar aankwam schreeuwde hij enthousiast ‘hey pap’ en later ‘ze krijgen ons er niet onder!’. Daar schrik je dan wel van. Maar zijn trommelvliezen waren kapot, dus hij hoorde zijn eigen stem niet.”

Eenmaal bij het Militair Hospitaal in Utrecht werd hij herenigd met zijn moeder en zussen.
Grietje: “Daar lag hij dan, van top tot teen in het verband. Dat doet wel even pijn. Mijn dochter trok helemaal wit weg.”

Herstel

Na anderhalve week werd Rahmon ontslagen uit het Militair Hospitaal en nam zijn familie de verzorging over. Het herstel verliep wonderbaarlijk voorspoedig.

Dick: “Je zag hem met de dag beter worden. Op een gegeven moment liet hij een spoor van schilfers achter. Ik mocht elke ochtend en avond zijn oog druppelen. Zijn zus smeerde de littekenzalf op.”

Grietje: “Ik vond dat allemaal veels te eng. Het is wel je kind he!”

Dick: “De littekens hield Rahmon wel een beetje van ons weg. Aan de kant van zijn beschadigde oog, lag het open tot op het oor. Maar ik sta ervan versteld hoe het hersteld is.”

Grietje: “Op een gegeven moment zit hij wat te pulken aan zijn been. Trekt hij er zo een stukje van zijn blauwe boxershort uit. Zelfs na een half jaar na de aanslag kwamen er nog stukjes stof uit zijn wonden. Hij heeft ook nog een aantal operaties moeten ondergaan, waarbij ze aan zijn oor en evenwichtsorgaan hebben gesleuteld en zijn ooglid hebben opgevuld. Dat deden de artsen met een stuk uit de binnenkant van zijn lip. Dat was nodig om uiteindelijk een oogprothese te kunnen krijgen.”

Verwerking

Hoewel de fysieke impact van de aanslag groot was en het herstel de nodige tijd gekost heeft, is Rahmon er psychisch goed doorheen gekomen. Hij geeft zijn familie en vriendin daar de credits voor.

Rahmon: “Mijn vader zei op een gegeven moment ‘kijk niet terug, maar naar het punt waar je naartoe gaat’. Dat heeft mij richting gegeven. Ze hadden veel vertrouwen in het herstel. Dat ik geen inzinkingen in dat proces heb gehad, heb ik onder andere aan hen te danken.”

Grietje: “Zijn zussen hebben er soms nog wel  moeite mee. Bijvoorbeeld op momenten dat ze geconfronteerd worden met een militair uniform. Het is ook niet niks; opeens lag hun kleine broertje in de kreukels.”

Elkaar helpen

De herstelperiode na de aanslag duurde ongeveer een jaar, maar ook daarna moest hij nog verschillende malen geopereerd worden, in totaal dertien keer. Ondertussen zat hij thuis of bij zijn peloton in Oirschot. Die situatie was voor Rahmon niet echt bevredigend en hij besloot om fysiotherapie te gaan studeren. Inmiddels werkt hij als fysiotherapeut bij Defensie en kwamen de Invictus Games op zijn pad. Ieder sporter mag in ieder geval twee familieleden meenemen.

Rahmon: “Ik vind het bijzonder dat er zoveel aandacht voor thuisfront is. Heel terecht ook, want dankzij mijn familie ben ik tot dit punt gekomen.”

Dick: “Geen verhaal van een gewonde militair is hetzelfde, maar de nasleep is dat vaak wel. Daarom kun je elkaar tot troost zijn.”

Grietje: “Je bent één familie. Het feit dat die jongens mee kunnen doen is al een overwinning.”

Dick: “Als je goed luistert en de juiste vragen stelt, dan komen ze los. Voor het thuisfront is het niet niks. Ze hebben opeens iemand in huis die wel weer van alles wil doen, maar dat dan niet meer kan. Dan gaan ze zich soms afreageren.”

Grietje: “Wij kunnen andere thuisfronters nu ook helpen. Bijvoorbeeld door naar hun verhaal te luisteren. Dan vind je ook veel herkenning bij elkaar en kan het zo gebeuren dat je met een andere moeder zit te janken.”

Rahmon: “Voor pa en ma is iedereen even veel waard. Vorig jaar heb ik namens het team klompen overhandigd aan Prins Harry en zijn we met hem op de foto gegaan. Dat was op de verjaardag van mijn moeder en hij heeft zelfs nog voor haar gezongen. Die foto gaat natuurlijk het plakboek in, maar bij de games  draait het uiteindelijk niet om de bobo’s. Tijdens de Invictus Games proef je van alle kanten dat het draait om de sporter en zijn thuisfront. Niemand strijdt om de meeste aandacht.”

Meer over de Invictus Games op deze website of bij het ministerie van Defensie.