“Met wat ik in mijn rugzak heb, is de herdenking intenser geworden”

4 mei 2016
Deel dit bericht:

Vanavond staat tijdens de Nationale Herdenking op de dam een haag van veteranen. Dit jaar staan Maaike en Vincent in het erecouloir. Waarom meldden zij zich hiervoor aan?

Erehaag in Kandahar

Maaike werkte in 2009 in Kosovo en in 2010 en 2011 in Kandahar in het ROLE3 ziekenhuis. Haar opleiding tot operatieassistente volgde ze als burger, daarna solliciteerde ze bij Defensie en ging als militair operatieassistent aan de slag. “In Kandahar zag ik zware oorlogsverwondingen en daar hebben we het  helaas heel druk mee gehad. “

Regelmatig hebben we met alle artsen, het OK-team en de verpleging in een erehaag gestaan, omdat we iemand níet meer konden redden.

“Als de collega’s van het mortuarium het lichaam komen halen, gaat het onder onze handen vandaan zoals het hoort: onder de vlag. Dan staan ook wij allemaal in de houding.” Maaike vindt het belangrijk dat dit met aandacht gebeurt. “Het zijn altijd jonge mensen, dat grijpt je aan. Wanneer blijkt dat een patiënt het op de operatietafel zeer waarschijnlijk niet gaat redden, wordt met het gehele team overlegd, alvorens de beslissing genomen wordt om de behandeling te staken. Die beslissing is bij iedere patiënt weer even zwaar.”

Taliban

Vincent is drie keer uitgezonden met zijn onderdeel 240 Dienstencompagnie, naar Afghanistan. De uitzending in 2007 was voor Vincent het indrukwekkendst. “Er gebeurde toen zoveel in het gebied. De uitzending daarvoor waren we nog aan het pionieren en opbouwen. In 2007 was de situatie hectischer, er waren gevechten. De Taliban waren heel dichtbij. Als we in konvooi naar vooruitgeschoven post Volendam moesten, deden we daar een hele dag over. We moesten steeds stoppen en veel omrijden omdat gebieden te gevaarlijk waren. In 2009 deden we over dezelfde route maar twee uur.”

Nooit met droge ogen

Op 4 mei hield Maaike altijd al de twee minuten stilte. “Dan dacht  ik aan de helden, die alles gegeven hebben in het gevecht voor onze vrijheid. Maar met wat nu in mijn rugzak zit, is de Nationale Herdenking intenser geworden.”

 Ik kan niet meer met droge ogen naar de televisie kijken tijdens die twee minuten.

“Ik kende de mannen en vrouwen die we hebben moeten laten gaan niet persoonlijk. Maar voor mij heeft de herdenking een aantal concrete gezichten gekregen en het raakt me altijd weer diep. Ik was vaak de laatste aan wie ze nog iets zeiden of vroegen. Die momenten en gezichten blijven je bij.”

Vincent gaat elk jaar naar de Dam voor de herdenking. “Ik vind het een mooi moment van bezinning.“

Het is zo bijzonder als die enorme mensenmenigte stil is en je alleen het gefladder van de duiven hoort.

Ik heb het erecouloir al vaak zien staan en wilde er zo graag één keer deel van uitmaken. Een grotere eer is er niet in mijn ogen. Ik vind het geweldig dat ik dit mag doen.”

Vincent heeft ook mensen in het bijzonder waar hij aan denkt als Nederland even stil is op 4 mei. “Martijn Rosier moest in 2007 de poort uit, toen wij de voertuigen voor hem en zijn collega’s in orde aan het maken waren voor een nieuw patrouille. Ik was zo tijdens het bijvullen even in gesprek met hem. Daarna vertrokken ze en die nacht is Martijn gesneuveld. Ik kende hem helemaal niet goed.

Maar op dat moment realiseer je je: één van ons is omgekomen. Ik had hem net nog gesproken!

Ingezet in een ver land

Vorig jaar bij het defilé in Wageningen werd Vincent aangesproken door een jonge moeder in het publiek, die vroeg: ‘ISAF? Waar zijn jullie van?’ “Bizar. Onder welke steen heeft zo iemand geleefd? Er zijn 25 jonge Nederlanders gesneuveld in die oorlog en dat is vrij breed in de media geweest. Dat mensen dat niet weten, doet gewoon een beetje pijn.”