‘Praten over vrede is niet genoeg’

4 mei 2017
Deel dit bericht:

Als marinier was René van Schoor (59) wel wat gewend. Maar in krap vijf jaar tijd drie uitzendingen trok hoe dan ook z’n sporen. “Dat ik dit jaar op de Dam sta, dat voel ik als een overwinning op mezelf”, zegt hij over de deelname aan het erecouloir op 4 mei a.s.

“Elk jaar bezocht ik met mijn vader de erebegraafplaats op de Grebbeberg. We gingen er pas op Bevrijdingsdag naartoe, om te kijken naar de bloemen en kransen bij het monument. 4 mei was veel te beladen.”

Hij heeft het bombardement op Rotterdam meegemaakt, en op diezelfde Grebbeberg werd zijn broer als krijgsgevangene meegenomen. Het bijzondere is; ik heb mijn vader vlak voor hij stierf nog kunnen vertellen dat ik mee mag doen aan de Nationale Herdenking. Hij vond dat prachtig.”

René is op uitzending geweest naar: Irak 1991; Cambodja 1992; Bosnië 1995

“In 2008 ging ik met functioneel leeftijd ontslag (FLO). Nu geniet ik daarvan, maar die eerste periode was moeilijk. Ik kreeg gaandeweg last in mijn functioneren, een kort lontje bijvoorbeeld. Daar had mijn omgeving ook mee te maken. Toen ik van een collega hoorde hoe hij hulp had gezocht, heb ik me dezelfde middag aangemeld bij het Veteraneninstituut. Door te leren praten kwam ik beter bij mijn gevoel. Je kunt het zo zien: ik heb jaren een harnas gedragen. Je kon me raken, ik voelde toch niks.

Begrijp me goed: ik kijk als militair terug op een mooie periode waarin ik heb kunnen doen wat ik heb gedaan. Ik sta nog steeds achter de uitzendingen.”

Je kunt mooi praten over vrede, maar dat is niet genoeg. Om vrede na te streven, zal je ook in actie moeten komen. Dat moet je als collectief doen, dus als landen samen. We hebben een krijgsmacht die bereid is om die taak te vervullen. Nu de middelen nog. Daar maak ik me zorgen over, want het beleid is al jaren om te bezuinigen en nog eens te bezuinigen.

Waarom herdenken?

“Nationalistisch, dat zijn wij Nederlanders niet. Als ik eens een colbertjasje aan heb, dan draag ik daar ook mijn veteranenspeldje op. Mensen vragen er soms naar. Als ik vertel wat het is, dan krijg je als antwoord zo’n typisch Nederlands gezicht waarop staat te lezen ‘lekker belangrijk’. Tja, Nederlanders vinden zorg nu eenmaal belangrijker dan Defensie, totdat er echt wat gebeurt.”

Kinderen die om acht uur gewoon buiten spelen, of iemand die net op dat moment een pizza laat bezorgen; dat zie ik in mijn eigen wijk gebeuren op 4 mei. Ik kan me daar kwaad over maken.”

De Grebbeberg ligt vol jonge jongens. Overal in Nederland liggen de erebegraafplaatsen er vol mee, overal in Europa. Ik ben realistisch genoeg om te weten dat ze deels ook voor het avontuur gingen, dat was voor mij precies hetzelfde op die leeftijd. Maar het kostte ze wel hun leven om ervoor te zorgen dat ik vrijuit kan zeggen wat ik denk.

Tijdens de 2 minuten stilte zal ik zeker denken aan…

“De laatste jaren heb ik heel nauw met mijn vader opgetrokken. Vanwege de dementie had hij steeds meer zorg nodig. Ik kon er voor hem zijn. Dat is een bijzondere tijd geweest. Aan hem zal ik denken, en aan collega’s die ik heb gekend en die in de 34 jaar dat ik militair was zijn gesneuveld. Als je al die dingen op je in laat werken, ja, dan verlang je soms weer even terug naar dat harnas. Toch is het beter zo.”