Een lesje militaire discipline

9 februari 2018
Deel dit bericht:
3 opvoedtips van een oud-marinier.

Siege Postuma (59) volgde de zwaarste militaire opleidingen, ging op missie in Cambodja en was als kikvorsman actief bij het Korps Mariniers. Jarenlang trainde hij mariniers. Als veteraan is hij tegenwoordig, namens het Veteraneninstituut, ‘Veteraan in de Klas’ en geeft hij gastlessen op scholen. Drie tips die Postuma opvoeders van nu graag meegeeft:

1 Stel duidelijke grenzen en bewaak die consequent

‘Een kind iets ontzeggen, dat voelt voor ouders en andere opvoeders tegenwoordig best moeilijk. Je hoort mensen dan zeggen: “wie ben ik om hen iets te verbieden?” Alsof je een jongere iets afpakt. Het tegendeel is waar. Een leraar die duidelijkheid creëert, gééft juist. Dat doe je door grenzen te stellen, en – het allerbelangrijkste – zo’n grens ook consequent te bewaken. Het gaat er niet om dat jij populair of geliefd bent, maar dat jongeren voelen dat ze jou volledig kunnen vertrouwen. Met een duidelijke, structurele opvoeding bereid je hen voor op hun toekomst.’

2 Vraag veel van jongeren en vertel waarom

‘Streng zijn om het streng zijn, daar heeft niemand iets aan. Mijn ervaring met de mariniers die ik trainde: je mag heel veel van ze vragen. Aan inzet, mentaliteit, doorzettingsvermogen, en vooral discipline. Maar vertel ook waarom je vraagt wat je vraagt. Soms doe je dat door het grotere verband te laten zien. Wie wil jij zien als je in de spiegel kijkt? Of: als jij er straks niet meer bent, wat heb je dan betekend in het leven van een ander?

In wezen hou je hen als leraar dus een spiegel voor als het gaat om wat ze zelf willen bereiken. Die confrontatie is belangrijk voor jongeren om nieuwe motivatie te vinden. Zo leer je ze angst, pijn of blokkades te overwinnen waardoor ze verder komen.’

 3 Besef dat de beloning (veel) later komt

‘Opvoeden doe je niet voor vandaag of morgen. Het is lange termijnwerk. Voor een kind kan het helemaal geen kwaad om iets tegen zijn of haar zin te doen, al is dat nu misschien niet leuk. En als opvoeder moet jij je erop in stellen dat de beloning pas veel later komt. Ik krijg regelmatig berichten van jongens die ik jaren geleden in de opleiding kreeg. Die zeggen dan: “ik heb je soms gehaat en vervloekt, maar wat heeft het me veel en ver gebracht wat ik toen heb geleerd”. Dan weet ik; daar deed ik het voor. Alles wat een jongere nu opdoet aan kennis en aan vaardigheden, vergaart hij of zij mede dankzij jou. Om uit te delen, en door te geven, pure rijkdom.’