Joodse onderduiker sluit zich aan bij Prinses Irene Brigade

6 juni 2019
Deel dit bericht:
Het verhaal van WOII-veteraan Max Wolff.

Max Wolff (93) is een van de Tweede Wereldoorlogveteranen die woensdag 5 juni bij het monument van de Prinses Irene Brigade in Bréville in Normandië aanwezig was.

veteraan-max-wolff-prinses-irene-brigade

De Arnhemse Wolff zat op 6 juni 1944 met zijn ouders ondergedoken in een bankkluis in Halle, onder Brussel. Na enige tijd vertrekt Wolff uit zijn onderduikadres en wordt dankzij het Belgische verzet de grens met Frankrijk overgezet. ‘Hij wilde iets doen, meehelpen om de Duitsers te verdrijven’, zegt Wolffs vrouw Carla Hulsewé. Hij loopt naar de geallieerde zone en meldt zich bij de Britten als vrijwilliger voor de militaire dienst. ‘Max had geen paspoort, en kon zich dus niet identificeren’, zegt Carla. ‘Het kostte de Engelsen veel tijd om te bepalen dat hij geen spion was.’ Wolff werd uiteindelijk voor de opleiding naar Engeland gestuurd, en werd daar officieel bij de Prinses Irene Brigade ingedeeld. Hij werd er niet toegevoegd mede omdat zijn talenkennis al snel werd onderkend. Hij werd als tolk gedetacheerd bij diverse Britse eenheden waarmee hij in Frankrijk, België en Nederland heeft gevochten.

Max Wolff is bij deze speciale herdenking van 75 jaar D-day samen met zijn vrouw Carla en kleinzoon Jona:

veteraan-max-wolff-prinses-irene-brigade