Gladgeschoren in de erecouloir

30 april 2018
Deel dit bericht:
"Niks zo mooi als de groet uitbrengen voor de koning."

Niels van Bockel (37) leidt naar alle tevredenheid een rustig bestaan als buschauffeur in Gelderland.  Zijn passagiers kunnen niet vermoeden dat hij – zo jong als hij oogt – een veteraan is die de meest verschrikkelijke oorlogservaringen met zich meedraagt. “Mensen denken bij veteranen altijd aan oudere mannen met allerlei medailles op de borst, maar er zijn steeds meer jonge veteranen zoals ik”, aldus Van Bockel. “Door op 4 mei op de Dam te staan wil ik laten zien dat je als jongere veteraan evengoed meetelt.”

Tien jaar geleden is het inmiddels. Maar er gaat nauwelijks een dag voorbij of de gedachten van Van Bockel gaan terug naar 12 januari 2008. “Dat was de dag dat tijdens mijn missie als geneeskundig verzorger in Afghanistan twee Nederlandse militairen zijn omgekomen”, vertelt hij met hoorbare emotie.

Dan verdwijnt de grond onder je voeten. Dat heeft me enorm geraakt.

Na terugkeer in Nederland durfde hij er de eerste jaren nauwelijks over te praten. Pas toen hij in contact kwam met andere veteranen begon hij over zijn ervaringen te vertellen.

Zij hebben in hetzelfde schuitje gezeten, of ze nu in Afghanistan waren, of in Irak of Bosnië, andere veteranen begrijpen wat je hebt meegemaakt. Daardoor heb ik het een plek kunnen geven.

Helden

De dodenherdenking op 4 mei is voor Van Bockel het belangrijkste moment van het jaar. “Op 4 mei neem ik altijd de hele dag vrij. Al lang van tevoren leef ik er naartoe en op de dag zelf gaan m’n gedachten continu uit naar onze oorlogsslachtoffers. Niet alleen naar m’n kameraden die in Afghanistan zijn gesneuveld, maar naar iedereen die zijn leven heeft gegeven voor onze vrijheid. Zij zijn mijn helden.”

Dat wij nu in vrijheid leven en überhaupt kunnen herdenken, dat hebben we aan hen te danken.

Ongekende eer

Het is voor de veteraan een ongekende eer dat hij dit jaar is uitverkoren om deel uit te maken van het erecouloir bij de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam.

 

“Voor mij is dat het hoogst haalbare. Dat ik daar bij mag zijn! Er is niks zo mooi als de groet uitbrengen voor de koning, dat doet me echt heel veel. Ik wil dan ook goed voor de dag komen, dus ik poets m’n schoenen extra goed en zorg dat ik glad geschoren ben.”

Thuisfront

Aandacht voor de dodenherdenking op 4 mei heeft Van Bockel van huis uit meegekregen. “Als kleine jongen keek ik met mijn ouders altijd al naar de kranslegging op de Dam en waren we twee minuten stil.” Toen kon niemand voorspellen dat hij zelf nog eens onderdeel zou zijn van het erecouloir. “Ook voor mijn ouders wordt 4 mei een bijzondere dag”, verwacht hij.

“De maanden dat ik op missie was, waren voor hen ook heel spannend. Misschien nog wel spannender dan voor mij, want zij verkeerden vaak in onzekerheid. Zij zullen die twee minuten straks ook intenser dan anders beleven.”

Vrijwilliger

Na zijn contract bij Defensie te hebben uitgediend, is Van Bockel aan de slag gegaan in de burgermaatschappij. Eerst op de ambulance, later als buschauffeur. Maar die jaren bij Defensie waren de meest bepalende van zijn leven. Defensie zit dan ook nog altijd in zijn hart. Zo werkt hij in zijn woonplaats Deventer als vrijwilliger bij een veteranenontmoetingscentrum. “Dat doe ik met heel veel passie en plezier”, vertelt hij. “En op 4 mei zal ik me altijd als veteraan laten zien. Dit jaar op de Dam in Amsterdam, maar volgend jaar gewoon weer op het Nationale Ereveld in Loenen. Dat is voor mij net zo waardevol.”

 

“Want ook al zal de oudere generatie steeds meer wegvallen, we moeten blijven herdenken. Daar zal ik me altijd voor blijven inzetten.”