De kwaadheid werd steeds erger

6 juli 2018
Deel dit bericht:
Marinier Thanassi verloor de grip op zijn leven.

Hoe ben ik op dit punt aanbeland? Thanassi, ‘zeg maar Vassi’ verloor na twee uitzendingen voor het korps Mariniers beetje bij beetje de grip op zijn leven. Tot hij met zijn baan ook zijn laatste houvast kwijtraakte. “Kwaad, zo kwaad, alleen maar kwaad”, beschrijft de veteraan zijn gemoedstoestand van toen. Nu, ruim een jaar later, ziet hij met de juiste begeleiding weer toekomst.

  • Naam: Thanassi Vassilopoulos, korps Mariniers
  • Leeftijd: 47 jaar
  • Huishouden: m’n twee honden
  • Missies: Irak (1991), Cambodja (1993)

“Kijk, ik zou liever ook niet met m’n kop vooraan staan om dit verhaal te vertellen. Maar het is zoals het is. Als ik dan iemand over de streep kan trekken om hulp te zoeken; ik mag het niet zeggen, maar het is verdomme belangrijk.”

Niks aan de hand

“Dat ik in de problemen raakte kondigde zich echt wel aan. Maar het ‘sneakt’ er zo langzaam in dat je het zelf niet merkt. Achteraf gezien liep ik al vast bij terugkomst uit Cambodja, dat was in 1993. Hoog prikkelbaar was ik. Ik kreeg enorm veel prikkels binnen en was zwaar agressief. Steeds meer mensen vroegen me: ‘Wat is er met jou aan de hand?’ ‘Niks joh’, was steevast mijn reactie. Twee jaar later werd ik met de diagnose PTSS afgekeurd. Ik had recht op een invaliditeitspensioen. Eigenwijze flikker die ik ben wilde ik er niks van weten. ‘Ik hoef die poen van jullie niet.’ Ik vond een baan als duiker in de bouw: sluizen, watertunnels, de Noord-Zuid lijn. Ik ben weer het mannetje dacht ik.”

De stap naar hulp

“Toen het me eindelijk gelukt was om dat pensioen omlaag te krijgen, toen kreeg ik me toch een terugslag. Kwaadheid was het enige dat ik nog voelde. Juist die instelling van ‘ik ga nooit opgeven’ werd deel van mijn probleem. Ik raakte mijn baan kwijt, kwam in een scheiding terecht, het huis moest ik verkopen. Wat heb ik toen gedaan? De grootste fout van mijn leven. Om toch inkomen te hebben zette ik een paar wietplanten op zolder. Daar werd ik voor gepakt. Ik had niks meer. Met een verfblik en een campingbrander zat ik op een koude vloer. Dat was letterlijk de situatie. Eindelijk zag ik zelf in dat ik het alleen niet zou redden. Ik belde naar zo’n nummer van veteranenzorg en vertelde mijn verhaal. Die vrouw kwam direct in actie. Dat is nu ruim een jaar geleden.”

Pure uitlaadklep

“Ik kreeg een maatschappelijk werker via stichting De Basis. Dat was een pure uitlaadklep. Hij ging m’n post sorteren, dingen regelen. Tegen die jongen durfde ik te vertellen hoe ik me echt voelde. Dat gaat helemaal niet om vroeger, of dat ik op elke straathoek een Cambodjaan zie staan. Het gaat om overleven in het nu. Bijvoorbeeld: ‘Waarom ben ik ’s morgens al kwaad? Er moet toch iets gebeurd zijn?’

Dan ontdek je dat het vaak een opeenstapeling is van kleine mislukkingen en frustraties, van teveel eisen van jezelf. Het is verschrikkelijk mooi om te kunnen sparren met dat soort mensen. Wachten met hulp zoeken is afbraak van jezelf, weet ik nu. Dat heb ik door schade en schande geleerd. Een andere les: zelfmedelijden is zwaar giftig maat, dat moet je dus niet hebben. Het blijft lastig, want moet je nu piepen, of moet je doorgaan? Soms is het het een, soms het ander. Ik ben er nog niet. Volgens mij ben je er nooit. Maar ik heb veel geaccepteerd en kan weer vooruit kijken.”