Anne werkt als psycholoog bij het Sinaï Centrum

17 juli 2020
Deel dit bericht:
Uit het dagboek van een hulpverlener, deel 6.

Bij de zorg voor veteranen zijn veel specialisten betrokken. Van geestelijk verzorger tot therapeut, van arts tot jobcoach. Anne Muilwijk werkt als psycholoog bij het Sinaï Centrum, een van de instellingen van het Landelijke Zorgsysteem voor Veteranen, waar ze veteranen behandelt die kampen met complex trauma. “Het is zo mooi om te doen. Ik mag naast een veteraan staan om samen de confrontatie met de pijn aan te gaan.”

8.30 uur

Dit is die dag in de week waarvan ik van tevoren weet; het wordt weer pittig. Ik ben het gewend dat er vrijwel elk uur een volgende afspraak in m’n agenda staat, maar vandaag zitten daar dan ook nog eens drie veteranen tussen die nog maar kortgeleden met hun traumabehandeling zijn gestart. Een van hen appte gisteren al dat hij waarschijnlijk ‘echt niet kon’. Ja, iets met werk. Dan weet ik hoe laat het is. Vermijding is onderdeel van de problematiek bij posttraumatische stressklachten en het doorbreken ervan is een voorwaarde om verder te komen.

10.00 uur

Yes, de eerste winst van de dag is al binnen. De veteraan die van plan was af te zeggen, heeft dit toch niet gedaan. Als ik via mijn tablet het nummer selecteer voor onze beeldbel-afspraak, komt er vrijwel direct verbinding tot stand. Vervelend is wel; hij heeft al nachtenlang niet meer dan een half uur slaap gehad, en dat is te zien. Ik luister naar wat hij vertelt over zijn slaapproblemen. Mijn advies om hiervoor medicatie te nemen was de vorige keer een brug te ver. En ervaring leert dat het meestal averechts werkt als ik teveel de dokter ben die zegt; ‘je moet dit doen’. Bij veteranen met complex trauma zie je bijna altijd dat machteloosheid een groot thema is. Het gevolg is dat je er in feite alles voor over hebt om te voorkomen dat die ene beslissende ervaring van totaal controleverlies zich herhaalt. Ik duw dan ook niet door, maar ik herhaal de voordelen, zoals ik ook in ons vorige gesprek deed. Verder benadruk ik dat hij die extra uren slaap hard nodig heeft om aan de verwerking te beginnen. Als ik tot slot voorstel om het gewoon eens met een slaappil uit te proberen stemt hij alsnog in.

14.00 uur

Ik ben benieuwd hoe het met mijn volgende afspraak gaat, want ik weet dat deze Dutchbat-veteraan van plan was om naar de documentaire over Srebrenica te kijken. We hebben van tevoren besproken of hij dacht dat het verstandig was. Gelukkig merk ik dat het hem goed heeft gedaan. Wat me opvalt is dat hij rechtop gaat zitten als hij vertelt hoe er vanuit de directe omgeving diverse steunende reacties kwamen, vaak in de trant van ‘dus daar heb jij gewoon middenin gezeten!’. Er spreekt begrip en erkenning uit. Tijdens ons gesprek wordt duidelijk dat hij zich sowieso steeds meer durft bloot te geven. Ook de emdr heeft daaraan bijgedragen, al duurde het bij hem wel relatief lang. Ik ontdekte dat hij een bepaalde ervaring nog verzweeg omdat het te pijnlijk was om het daarover te hebben. Juist die situatie bracht hem tijdens de emdr-behandeling steeds uit de concentratie. Het is voor mij een bevestiging hoe belangrijk het is om heel precies te weten waar de grootste pijn zit. Ook een heel heftige situatie kan ten diepste om meer gaan dan het gruwelijke beeld dat ervan is blijven hangen. Speelt hier vooral onmacht, of is het schuldgevoel? Mijn eigen veronderstellingen moet ik daarbij voortdurend blijven bevragen.

16.30 uur

Op mijn lijstje met afspraken zie ik dat het erop zit. Beeldbellen hoeft pas morgen weer. Met m’n mobiel bel ik een van mijn collega’s om even te horen hoe zijn dag was. Behalve spontaan contact hebben we bijvoorbeeld ook elke vier weken ons veteranenoverleg. Daar zit heel wat kennis van de doelgroep bij elkaar aan tafel, zodat we back up hebben aan elkaar. Het is zo mooi om bij je cliënt te zien hoe langzaam het trauma minder ruimte inneemt. Natuurlijk beloof ik nooit dat iemand klachtenvrij wordt, maar elke dag zie ik gebeuren dat verbetering mogelijk is.