Ger werkt als casemanager schuldhulp

14 februari 2020
Deel dit bericht:
Uit het dagboek van een hulpverlener, deel 2.

Bij de zorg voor veteranen zijn veel specialisten betrokken. Van geestelijk verzorger tot therapeut, van arts tot jobcoach. Ger Bex werkt als casemanager schuldhulp. Hij vertelt in deze aflevering over een gezin dat in financiële problemen zit. “Ik zag bij dit stel dat er veel compensatiegedrag in hun uitgaven zat; even dat geluksgevoel kopen.”

8.00 uur

Vanochtend ben ik op kantoor begonnen om met mijn collega Rutger van Meulebrouck de lopende zaken door te spreken. Daarna snel de auto in, want zoals vaak heb ik een flinke rit voor de boeg. Best spannend wat ik aantref. Een paar weken geleden kwam ik via het Veteranenloket in contact met de vrouw van een veteraan. Ondanks PTSS heeft hij een baan, en ook zij werkt. Helaas zorgen financiële problemen voor veel spanning in het gezin. Ze zijn nu in het stadium dat de post ongeopend op de stapel gaat.

 

9.30 uur

De kinderen – twee tieners – zijn naar school. Dat geeft rust om samen met het stel hun situatie te bespreken. Ik leg uit waarom ik erop aan heb gedrongen dat ook de echtgenoot bij dit gesprek aanwezig is. Mijn missie voor vandaag: zorgen dat ze met elkaar een goed begrip krijgen van waar het probleem eigenlijk zit.

Ik begin met vooral veel vragen te stellen over inkomsten en uitgaven. Intussen schrijf ik mee. Zo ontstaat er overzicht. Dat gaat niet zonder emoties. De vrouw vertelt hoe moeilijk zij het vindt om steeds maar die angst te hebben. Elke keer dat de brievenbus kleppert of de telefoon gaat verwacht ze een volgende schuldeiser. ‘Ik werk hard, maak flink wat overuren. Meer kan ik niet doen toch!?’, reageert haar man. Maar het overzicht dat we maken, liegt niet. Elke maand opnieuw komen ze in de min uit.

Als ik voel dat we langzaam bij de kern komen, durf ik de scherpte op te zoeken. Ik vertel dat ik compensatiegedrag zie in hun uitgaven. Zowel voor zichzelf als voor hun kinderen doen ze aankopen om even dat geluksgevoel te hebben. Ik vertel het rustig, maar zonder omhaal. Het blijft even stil. Ik voel hoe mijn woorden landen. Dan komt van allebei de bevestiging dat ze dit patroon herkennen. ‘Je voelt je schuldig hè, en je wilt het zo graag goed doen.’

Er is gelukkig reden om optimistisch te zijn. Ik maak de vrouw een compliment dat ze op tijd de zorgcoördinator heeft benaderd. In dit uur zie ik bovendien dat er een belangrijk kwartje valt, namelijk dat ze het samen moeten oppakken. Ze realiseren zich dat het om keuzes gaat. Wat vinden we echt belangrijk? Daar moeten we dan geld voor opzij zetten. En andere dingen, die moeten wachten.

11.30 uur

Op de terugweg praat ik telefonisch de collega’s van ondersteuning bij over hoe we het traject zullen inzetten. Maandelijks coaching, en verder budgetbeheer. Schuldsanering zal waarschijnlijk niet nodig zijn. We zijn er op tijd bij, is mijn conclusie. Of zoals ik vaker zeg: ‘Zwijgende koningen kun je niet dienen’. Maar nu het probleem op tafel ligt, kunnen we er mee aan de slag. In het gesprek heb ik gezien hoe deze mensen weer het hoopgevoel kregen; ‘zie je wel, het moet kunnen’. Ik zie geen reden waarom het niet zou lukken.