Scarlett, tweede generatiekind, zocht hulp

24 juni 2019
Deel dit bericht:
‘Alsjeblieft, gebruik de hulp die er is.’

Oorlogservaringen kunnen nog jarenlang doorwerken. Scarlett Poulisse (53) weet dat al te goed. Wat haar vader tijdens WOII in Kamp Amersfoort meemaakte zou hem en de familiegeschiedenis tekenen. Vandaar dat Scarlett het niet genoeg kan benadrukken: “Zoek alsjeblieft hulp, zodat er niet opnieuw een tweede generatie van slachtoffers ontstaat.”

 

 

Fotografie: NIMH

“Lichamelijk en geestelijk kapot, zo kwam mijn vader uit de oorlog. Hij was nog maar zestien jaar oud toen de Duitsers hem oppakten. Omdat ze hem verdachten van verzetswerk werd hij gemarteld. Hij overleefde de oorlog, maar voor hemzelf en voor ons als gezin waren de gevolgen gigantisch. Ik weet nog hoe m’n vader soms gillend door het huis liep vanwege de nachtmerries die hij had. Als kleine meid kon ik natuurlijk niks beginnen. Zoiets tekent je.”

Drama voor het gezin
“Thuis kon het er gewelddadig aan toe gaan. In de explosieve drift van mijn vader had mijn moeder een stevig aandeel. Zij zat erg in de slachtofferrol en wist precies hoe ze het vuurtje bij hem moest opstoken. De sfeer kon zomaar opeens omslaan, van nul tot honderd in een seconde, zeg maar. Ik weet bijvoorbeeld die keer dat de stereo-installatie door het raam vloog.

Het trieste is: mijn vader heeft uiteindelijk geen uitweg gezien en heeft zichzelf in de garage bij ons huis door het hoofd geschoten. Dat was in 1994. Ik had er niet eens zozeer aan gedacht om hulp te zoeken. Vrienden van mijn vader, oud-verzetsmensen, vertelden me dat er bij Centrum 45 een programma is speciaal voor tweede generatiekinderen zoals ik. Daar ben ik toen heengegaan.”

“Als kind was ik degene die er dan tussen sprong. Ik droeg daarmee een verantwoordelijkheid die natuurlijk niet bij mij moest liggen. Voor mij was dat normaal. Het welzijn van anderen stond altijd voorop. De rest telde niet.”

“Twee jaar heb ik gesprekken gehad, en later nog eens een periode toen ik weer tegen bepaalde dingen aanliep. Ik heb een top-therapeut gehad, echt waar. Zij had van die opmerkingen, zó to the point, die bleven hangen bij me. Wat ik heb geleerd is dat ik mag opkomen voor mezelf. ‘Nee’ zeggen, dat kon ik totaal niet. ‘Jij hebt geen wil, jouw wil staat achter de deur’, is wat mijn moeder altijd zei. Het duurt lang voordat zoiets uit je systeem is.

Ik weet nog dat ik de opdracht kreeg van mijn therapeut om mijn vader een boze en een lieve brief te schrijven. Met die lieve brief was ik snel klaar, want ik begreep hem zo goed. Maar die boze vond ik heel moeilijk. Het ergste wat ik eruit kon krijgen was zoiets van: ‘Fijn hoor, dat je mij met haar alleen hebt gelaten!’

Ik kan nu zeggen dat ik veel heb geleerd van wat ik heb meegemaakt. Iedereen krijgt in het leven van alles op z’n bordje gekieperd. De keuze is aan jou wat je ermee doet. Er zijn dingen die voor altijd bij me blijven, maar daar valt goed mee te leven. Ik ben heel blij met de hulp die ik heb gekregen.”

Heilige missie
“Iemand die voor zelfdoding kiest, moet weten dat het voor de nabestaanden nooit een oplossing is. Ik zeg dat een beetje crue, maar ik hoop toch dat het mensen – ook veteranen – kan weerhouden als ze mogelijk met zulke definitieve plannen rondlopen. Mijn vader heeft misschien gedacht ‘als ik eruit stap, dan houdt het probleem op te bestaan’. Voor hem was dat zo, maar voor ons achterblijvers is dat niet aan de orde. Je krijgt er alleen maar vragen bij. Wat het extra wrang maakt, is dat mijn vader wel degelijk hulp heeft gezocht en ook geaccepteerd. Toen hij na verloop van tijd andere behandelaars kreeg verloor hij het vertrouwen. Ik vind het daarom belangrijk dat therapeuten eerder iemand naar een collega verwijzen als er geen goede klik is.

Door mijn achtergrond voelt het inmiddels als een soort heilige missie om anderen op te roepen hulp te accepteren. Als ik het kan, dan kan een ander het ook toch?

Doorbreek die cirkel van angst en psychische pijn, en maak in godsnaam gebruik van de hulp die er is. En als de veteraan in kwestie het zelf niet doet, zorg dan als partner of kind dat je hulp zoekt, zodat je niet alleen staat.”