Alles rustig aan het thuisfront?

6 november 2018
Deel dit bericht:
Het Veteraneninstituut heeft een onderzoek afgerond naar het thuisfront van veteranen die niet meer in dienst zijn. Tot het thuisfront behoren in de eerste plaats de partners, ouders en kinderen van de veteranen.

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat zij – net zo goed als de veteraan zelf – behoefte hebben aan waardering en steun. Het thuisfront voelt zich wel gewaardeerd en gesteund door de veteranen en door de directe omgeving, maar veel minder door de samenleving, media, Defensie en het Veteraneninstituut.

Uit het onderzoek onder bijna 400 ‘thuisfronters’ blijkt bovenal dat het (erg) goed gaat met het overgrote deel van het thuisfront van veteranen. Dat kenmerkt zich vooral door een goede gezondheid en (grote) tevredenheid over de relatie met de veteraan. Een flink deel van hen vindt zelfs dat die relatie door de uitzending juist sterker is geworden. Toch kan een uitzending het leven van het thuisfront ook nadelig beïnvloeden, zowel tijdens de uitzending als (lang) daarna. Ongeveer 30% van de deelnemers aan het onderzoek heeft door de uitzending klachten ervaren, bijvoorbeeld psychische – of relationele problemen. Een relatief kleine groep ‘thuisfronters’ (16%) ervaart nog altijd problemen vanwege de uitzending.

Waardering en steun

Veel deelnemers vinden het belangrijk om ook als thuisfront waardering en steun te krijgen van de veteraan en de directe omgeving (buren, school, collega’s). In grote mate ervaren ze die ook. Dit is veel minder het geval als het gaat om waardering en steun vanuit de samenleving, de media, Defensie en het Veteraneninstituut. Zo geeft bijvoorbeeld 58% van de deelnemers aan waardering en steun vanuit Defensie belangrijk te vinden, terwijl slechts 18% deze waardering en steun ook daadwerkelijk ervaart. In dat opzicht is het interessant dat uit recent publieke opinieonderzoek blijkt dat ongeveer 63% van de Nederlanders van mening is dat het thuisfront openlijk erkenning en waardering verdient.

Relaties onder vuur

Vandaag zijn de resultaten van het thuisfront-onderzoek gepresenteerd tijdens de Veteranenlezing 2018 ‘Relaties onder vuur. Samen aan zet.’ Met deze lezing willen het Veteraneninstituut en het Nationaal Comité Veteranendag kennis over veteranen delen en de publieke aandacht en waardering voor veteranen stimuleren. Dit jaar staat de lezing in het teken van het thuisfront. De resultaten van het onderzoek maken duidelijk dat, als er al relaties onder vuur liggen, dat niet de relatie is tussen het thuisfront en de veteraan. Daarover is de overgrote meerderheid van het thuisfront tevreden tot zeer tevreden. Maar de relatie tussen enerzijds het thuisfront en anderzijds de overheid, Defensie en het Veteraneninstituut, als belangrijke uitvoerder van hun beleid, kan wel beter in de ogen van veel ‘thuisfronters’, ook volgens velen met wie het goed gaat.

Voor het Veteraneninstituut zijn de resultaten van dit onderzoek een belangrijke motivatie om de dienstverlening aan het thuisfront verder te ontwikkelen. Hiervoor is al eerder een thuisfrontprogramma gestart. Dat heeft tot doel om het deel van het thuisfront dat behoefte heeft aan steun en waardering te vinden, te binden en te boeien. Daartoe zal het Veteraneninstituut voortdurend met deze doelgroep in dialoog moeten blijven.

Verantwoording onderzoek

  • Het thuisfrontonderzoek was een eerste brede oriëntatie op het thuisfront van veteranen die inmiddels niet meer in dienst zijn. Aan het onderzoek hebben 372 ‘thuisfronters’ meegedaan, van wie 276 respondenten de uitzending ook daadwerkelijk als thuisfront hebben meegemaakt.
  • Het Veteraneninstituut heeft 2500 veteranen een brief gestuurd met een vragenlijst voor het thuisfront, met de vraag of zij die vragenlijst wilden doorgeven aan diegene die zij het meest tot hun thuisfront rekenen. Dit leverde 372 ingevulde vragenlijsten op.

Verreweg de meeste deelnemers waren partner van de veteraan, voor het merendeel vrouwen met een gemiddelde leeftijd van bijna vijftig jaar. Ook deden er de nodige ouders van de veteraan aan het onderzoek mee. Verder waren er nog enkele broers, zussen, kinderen en ex-partners onder de respondenten.

Uit het onderzoek onder bijna 400 ‘thuisfronters’ blijkt bovenal dat het (erg) goed gaat met het overgrote deel van het thuisfront van veteranen. Dat kenmerkt zich vooral door een goede gezondheid en (grote) tevredenheid over de relatie met de veteraan. Een flink deel van hen vindt zelfs dat die relatie door de uitzending juist sterker is geworden. Toch kan een uitzending het leven van het thuisfront ook nadelig beïnvloeden, zowel tijdens de uitzending als (lang) daarna. Ongeveer 30% van de deelnemers aan het onderzoek heeft door de uitzending klachten ervaren, bijvoorbeeld psychische – of relationele problemen. Een relatief kleine groep ‘thuisfronters’ (16%) ervaart nog altijd problemen vanwege de uitzending.

Waardering en steun

Veel deelnemers vinden het belangrijk om ook als thuisfront waardering en steun te krijgen van de veteraan en de directe omgeving (buren, school, collega’s). In grote mate ervaren ze die ook. Dit is veel minder het geval als het gaat om waardering en steun vanuit de samenleving, de media, Defensie en het Veteraneninstituut. Zo geeft bijvoorbeeld 58% van de deelnemers aan waardering en steun vanuit Defensie belangrijk te vinden, terwijl slechts 18% deze waardering en steun ook daadwerkelijk ervaart. In dat opzicht is het interessant dat uit recent publieke opinieonderzoek blijkt dat ongeveer 63% van de Nederlanders van mening is dat het thuisfront openlijk erkenning en waardering verdient.

Relaties onder vuur

Vandaag zijn de resultaten van het thuisfront-onderzoek gepresenteerd tijdens de Veteranenlezing 2018 ‘Relaties onder vuur. Samen aan zet.’ Met deze lezing willen het Veteraneninstituut en het Nationaal Comité Veteranendag kennis over veteranen delen en de publieke aandacht en waardering voor veteranen stimuleren. Dit jaar staat de lezing in het teken van het thuisfront. De resultaten van het onderzoek maken duidelijk dat, als er al relaties onder vuur liggen, dat niet de relatie is tussen het thuisfront en de veteraan. Daarover is de overgrote meerderheid van het thuisfront tevreden tot zeer tevreden. Maar de relatie tussen enerzijds het thuisfront en anderzijds de overheid, Defensie en het Veteraneninstituut, als belangrijke uitvoerder van hun beleid, kan wel beter in de ogen van veel ‘thuisfronters’, ook volgens velen met wie het goed gaat.

Voor het Veteraneninstituut zijn de resultaten van dit onderzoek een belangrijke motivatie om de dienstverlening aan het thuisfront verder te ontwikkelen. Hiervoor is al eerder een thuisfrontprogramma gestart. Dat heeft tot doel om het deel van het thuisfront dat behoefte heeft aan steun en waardering te vinden, te binden en te boeien. Daartoe zal het Veteraneninstituut voortdurend met deze doelgroep in dialoog moeten blijven.

Verantwoording onderzoek

  • Het thuisfrontonderzoek was een eerste brede oriëntatie op het thuisfront van veteranen die inmiddels niet meer in dienst zijn. Aan het onderzoek hebben 372 ‘thuisfronters’ meegedaan, van wie 276 respondenten de uitzending ook daadwerkelijk als thuisfront hebben meegemaakt.
  • Het Veteraneninstituut heeft 2500 veteranen een brief gestuurd met een vragenlijst voor het thuisfront, met de vraag of zij die vragenlijst wilden doorgeven aan diegene die zij het meest tot hun thuisfront rekenen. Dit leverde 372 ingevulde vragenlijsten op.

Verreweg de meeste deelnemers waren partner van de veteraan, voor het merendeel vrouwen met een gemiddelde leeftijd van bijna vijftig jaar. Ook deden er de nodige ouders van de veteraan aan het onderzoek mee. Verder waren er nog enkele broers, zussen, kinderen en ex-partners onder de respondenten.