Zuidelijk Afrika (1989-1997)

13 januari 2015
Deel dit bericht:
Nog in de eindfase van de Koude Oorlog, maar vooral in de jaren daarna vroeg het zuidelijk deel van het Afrikaanse continent nadrukkelijk de aandacht van de internationale gemeenschap.

Als eerste gold dat voor Namibië, waar eind 1988 een omvattend vredesakkoord een eind maakte aan een decennialang conflict. Een VN-vredesmacht van een aantal infanteriebataljons en 1.500 politiewaarnemers hielp Namibië vervolgens met succes op weg naar vrije verkiezingen (november 1989) en onafhankelijkheid (maart 1990).

  • 3.232
    Dagen
  • 380
    Uitgezonden militairen
  • 1
    Omgekomen militair
Foto's: NIMH

Namibië, 1989-1990

Nederland leverde hieraan vanaf 23 maart 1989 een geslaagde bijdrage door in totaal 89 marechaussees als waarnemer uit te zenden. Zij dienden zes of acht maanden in Namibië. Hun werk bestond vooral uit patrouilleren, toezicht houden op het verkiezingsproces en het handhaven van rust en orde. In april 1990 kwamen de laatste Nederlandse waarnemers terug naar Nederland.

Angola, 1991-1999
Ook in Angola, dat sinds de onafhankelijkheid in 1975 vrijwel constant in een burgeroorlog was verwikkeld, maakte een vredesakkoord op 31 mei 1991 een einde aan het geweld. De United Nations Angola Verification Mission II moest helpen toezicht houden op de wapenstilstand en de ontwapening en demobilisatie van de strijdende partijen. Nederland ging hieraan in de loop van 1991 deelnemen met vijftien militaire waarnemers en tien politiewaarnemers (marechaussees). Zij werden samen met hun buitenlandse collega’s in kleine groepjes verspreid over het land ingezet.

Na de verkiezingen van september 1992 laaide de burgeroorlog echter weer op. De ongewapende waarnemers stonden machteloos. Pas toen de strijdende partijen in november 1994 een nieuw vredesakkoord sloten en een veel robuustere vredesmacht (UNAVEM-III) tot stand kwam, kwam de situatie weer onder controle. Dat duurde tot medio 1997, toen opnieuw oplaaiend geweld een einde maakte aan deze moeilijke vredesmissie, waaraan Nederland met 233 militaire waarnemers een substantiële bijdrage had geleverd. Wel zette Nederland de in 1995 gestarte militaire bijdrage aan de Central Mine Action and Training Centre nog voort tot april 1999.

Zuid-Afrika en Mozambique, 1993-1995
Een bijdrage van nog bescheidener omvang leverde Nederland in 1993 aan de United Nations Observer Mission in South Africa (UNOMSA) en in 1993-1995 aan de United Nations Operation in Mozambique (UNOMOZ). Na de afschaffing van de Apartheid en het sluiten van het Nationale Vredesakkoord (1991) ging de VN met waarnemers toezien op het normaliseren van de politieke verhoudingen in Zuid-Afrika. Twee Nederlandse officieren van de marechaussee maakten in 1993 deel uit van deze waarnemingsmissie.

In diezelfde periode sloten regering en opstandelingen in Mozambique een vredesakkoord (1992). De VN-vredesmacht die op de uitvoering daarvan ging toezien, wilde ook het probleem van de twee miljoen landmijnen en in het land aanpakken. Er kwam een mijnenschool om inheemse mijnenopruimers op te leiden. In totaal 24 Nederlandse genisten en instructeurs speelden hierbij vanaf eind 1993 tot januari 1995 een cruciale rol.

In het overzicht staan alle missies in Zuidelijk Afrika. Klik op de missie voor meer informatie.